‘Het universum bestaat niet uit atomen, maar uit kleine verhalen’ – Muriel Rukeyser
Het is woensdagochtend als ik op weg ben naar de verjaardagslunch van een vrouw die ik nog nooit heb ontmoet. Op de stoel naast me staat een tas met cadeautjes, spullen voor haar huis dat ik nog nooit heb gezien. Ik weet niet hoe ze eruitziet en of ze wel van geurkaarsen houdt.
Ze is de nieuwste aanwinst in ons clubje Nederlanders, hier in Rome. En vandaag is ze jarig en haar man is er niet. Of ik gezellig kom lunchen, er komen nog drie andere vrouwen uit haar wijk, die ik niet ken. En A., die ik dan weer wel goed ken.
En zo zitten A. en ik dan zomaar op een woensdag in een Ierse pub, te kletsen met een blonde Zweedse vamp die echt alles weet van iedereen. Met een mooie wilde Nederlandse, die op haar achttiende als au pair kwam en nooit meer wegging. En met een heel charmante Italiaanse stewardess.
De jarige lacht veel en hard en strooit met knuffels. Ik vind haar nu al leuk.
Als ik daar zo zit, midden op de dag met een glas witte wijn in mijn hand, waan ik me in een aflevering van ‘Sex in the City’. Maar dan de Italiaanse versie.
Want ondertussen worden er in rap Italiaans nieuwtjes uitgewisseld met de restauranteigenaren, wordt er per mobiel olijfolie besteld bij vrienden die net hebben laten persen en echt ‘de beste’ in de omgeving hebben, terwijl een ander per telefoon informeert over een huis dat te huur staat. Iemand heeft het over een feestje organiseren, verhalen van scheidingen en liefdes worden verteld, en het gesprek dwaalt af naar het onderwerp vertrouwen.
‘Ik ben gewoon heel naïef,’ zegt A. ‘Ik neem altijd aan dat anderen eerlijk zijn, omdat ik zelf ook nooit lieg.’
Daar twijfel ik geen moment aan bij haar. Wel denk ik meteen aan die ochtend, ik op mijn laptop, de hulp stofzuigend om me heen.
‘Ah, patattina!’ hoor ik haar naast me roepen. Ze aait voor de zoveelste keer mijn hond en vraagt alweer iets aan me. Ik zit nog met mijn hoofd in de laatste zin die ik aan het schrijven was.
‘Si,’ antwoord ik, naar haar opkijkend terwijl haar vraag in mijn hoofd nagonst. Als ik hem terugspeel realiseer ik me dat ze vroeg of Mikki weleens zwanger is geweest, wat dus echt niet zo is.
Maar ik heb al ‘ja’ gezegd. Ik voel me stom en dat is waarschijnlijk waarom ik doorjok.
‘Tre bambini, drie kindjes, due femmine e un maschio.’ Ik zeg het zonder blikken of blozen. ‘Twee vrouwtjes en een mannetje. Maar nu niet meer.’ En ik maak een schaarknipbeweging met mijn vingers.
Anyway.
De hele weg terug zing ik hard mee met de radio. Want ook ik kreeg bij de verjaardagslunch dus gewoon een hoop cadeautjes. Zoals de geur van geroosterde tomaten met een vleugje tijm en basilicum. De lach van de jarige toen ze haar deken voor de barre Romeinse winter uitpakte. Het warme licht van de najaarszon op het tentdoek boven ons.
Als je er echt op let, is de waarheid vaak veel mooier dan je kunt verzinnen.