Rome – het waarom

Bovenaan de steile heuvel kijkt de vrouw met het machinegeweer emotieloos naar de wachtende rij mensen. De zon schijnt hard op haar in legergroen gehulde, tengere figuur, maar ze ziet er koel uit.

Vóór haar stopt een zilveren Mercedes. Een man stapt uit. Hij draagt een zwart kostuum, een donkere zonnebril en heeft een oortje in. Hij gaat naast de vrouw staan en lijkt iets tegen zijn rechtermouw te zeggen. De Mercedes rijdt door, en een zwarte auto met getint glas rijdt voor. De chauffeur en zijn bijrijder stappen uit en openen elk de achterdeur aan hun kant. Een forse man in een donkerblauw pak en een schattig klein meisje stappen uit. Het zwaarbewaakte koppel wordt via een andere ingang naar binnen geloodst.


Onze rij schuift wat op, en Sophie en ik lopen wat stappen verder. Onze eigen bodyguard, een 52-jarige, zeer aantrekkelijke luchtmachtheld, is intussen opgewonden aan het speculeren over de identiteit van de kale man. Ik knik wat, en houd me ondertussen bezig met het bestuderen van de kleding van de vrouwen om me heen: men draagt voornamelijk lichte, elegante Audrey Hepburn-achtige jurkjes en grote opvallende Sophia Loren-achtige zonnebrillen. Ik maak een mentale notitie om morgen te gaan winkelen: when in Rome, do as the Romans.


Als we door de hekken en langs het prikkeldraad zijn geschuifeld, is het alsof we in een andere wereld zijn beland. We zijn op een grote, met palmbomen beplantte binnenplaats, die aan drie kanten omarmd wordt door een groot, statig gebouw. Het gebouw is geschilderd in de okergele kleur die Italiaanse gebouwen zo Italiaans maakt. Een grote, stenen trap leidt naar de ingang, waar jongens en meisjes in blauwe schooluniformen af en aan lopen.
We zijn op het Zweinstein van Rome.

Met een Latte Macchiato in ons hand, worden we door een leraar door de school geleid. We lopen door torenkamers, ziekenboegen en achterdeurtjes. Ze hebben hier afdelingen als Griffoendor en Huffelpuf, alleen heten ze hier Minerva, Juno, Vulcan en Apollo. Ze hebben hier magische vakken als Art and Design, English literature en creative writing. Ze spreken Engels en dragen blauwe polo’s en de kinderen op handen. We zien een soort juf Tops, met paarse haren en bloemetjespumps. Er is een eetzaal met overvloedige maaltijden en ijs op vrijdag.

Ik zwijmel weg bij de toespraak van Perkamentus, het schoolhoofd dat me betovert met zijn inspirerende speech. Er is uiteraard ook een Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden, anders zou die vrouw bij de ingang geen rol in het verhaal hebben. De luchtmachtheld gokt dat het de Forse Man is.
 Aan het eind van de ochtend lopen we weer de heuvel af, uitgezwaaid door de imposante klokkentoren.

Ik heb geen bezemstelen gezien, maar ik durf er mijn nieuwe zonnebril op te verwedden dat dit een plek is waar ze kinderen leren vliegen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *