Spraakverwarring

Ik rij op de Via Cassia als mijn telefoon gaat.

Op het scherm staat dat het Sylvia is, de mevrouw die onze auto op Italiaanse kentekenplaten aan het zetten is. En ze spreekt geen woord Engels. En ik nog steeds zeer weinig Italiaans.

Even overweeg ik om niet op te nemen. Maar ik rij in een huurauto omdat we niet meer in onze eigen auto mogen rijden, dus het is zaak dat die mevrouw voortmaakt. En Arno zit ergens in het verre, verre Oosten. Negeren is dus geen optie.

Pronto!

Zo neem ik op. Heel cool en heel Italiaans. Ik kan het ook heel goed uitspreken, net als grazie’, arriverderci en va bene. De valkuil is echter, dat men, omdat ik deze basiswoorden zo onwerkelijk goed uitspreek, denkt dat ik de taal machtig ben. Terwijl ik die totaal onmachtig ben. Ik ben verbaal hulpeloos, als een baby die wil eten en alleen ‘wèèèè’ kan zeggen.

Sylvia weet gelukkig dat ik Nietaliaans spreek. Ze praat tegen me alsof ik doof ben.
‘Jouw auto naar keuren. Jij op vrijdag naar garage. Jij Arno zeggen hij naar mij komt op donderdag. Vier uur.’
Ik zoek naarstig naar het woord voor ‘waarom’: por que, pourquoi, why, warum, ze liggen allemaal gedienstig klaar op mijn tong. Maar het goeie zit er niet bij. Ik ken zoveel talen en ben toch zo stom.

Dus ik zeg maar si, hang op met een voortreffelijk uitgesproken ciao en realiseer me dat Arno pas op vrijdag thuiskomt. Nu heb ik een afspraak voor hem gemaakt op een dag dat hij er niet is, terwijl ik geen idee heb waarom hij er moet zijn.
‘Gaat lekker mam,’ zegt mijn dochter droog. Ik haal mijn schouders op. De zon schijnt en er zijn heel veel talen die ik wel goed spreek.

Het is gewoon de schuld van al die leuke niet-Italianen die hier wonen. Die Nederlandse en Ierse expats waar ik mee hang en carpool. Die leuke KLM-collega’s waar we zo gezellig in ons moerstaal mee borrelen en dineren. Italiaanse B en C die zo goed Engels spreken en alles voor ons vertalen. Al dat bezoek uit Nederland waar ik natuurlijk ontzettend veel Nederlands mee moet kletsen.

Gelukkig heb ik Lucia. Mijn yogalerares spreekt geen woord over de grens. En ze praat heel veel, veel meer dan ze oefeningen doet. Daarom spreek ik nu een aardig woordje Spiritaliaans. Ik weet de woorden voor ontspannen, in- en uitademen, loslaten, balans, zweven, hart, rustig en stil. En dat zijn eigenlijk alle dingen die ik hier kwam zoeken. Oh en ‘vazjína’, dat zegt ze ook heel vaak tijdens de ontspanningsoefeningen. Dat vind ik dan wel weer een beetje ongemakkelijk.

Ik ga gewoon aanstaande donderdag naar Sylvia en leg heel ontspannen uit dat ik in mijn hart weet dat ik de Italiaanse cultuur meer moet gaan inademen, maar dat ze het misschien moet loslaten. Dat Arno ergens volkomen in balans boven de oceaan zweeft, dus even niet hier en nu is. En dat ik een vazjína heb dus geen verstand van garages. Da’s ook altijd een fijn smoesje.

En dan is alles weer heerlijk ultimo tranquilo. Toch?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *