Is het ok om gewoon lekker te doen wat je wilt?


“Belachelijk! Stel je voor dat iedereen dat maar zou doen.”

Ik was één van de trainers van de (ongelooflijk krachtige) kindertraining Blij met mij!. Het was de laatste bijeenkomst en iedereen mocht een papiertje met zijn meest helpende gedachte van de muur af pakken.

Deze hing al de hele dag naar mij te lonken:

ik mag gewoon lekker doen wat ik wil

En toen trok één van de kinderen hem zomaar, voor mijn neus, van de muur.

Zij wel.

 

Met een steek van jaloezie keek ik haar na, terwijl ze – MET MIJN GEDACHTE – over het schoolplein naar huis huppelde, waar ze vast lekker ging tekenen en andere creatieve dingen doen.

Hij bleef de hele dag bij me, die gedachte. Blijkbaar had ik ‘m zelf ook mee naar huis genomen.

Je moet weten, dat ik in die tijd veel van mijn beslissingen toetste aan of iemand ánders er gelukkig van werd. Mijn kinderen. Mijn man. Mijn moeder, zus, broer, vrienden. Mijn collega-trainer. Zorgzaamheid en invoelendheid ten top.

Ik vergat alleen een klein dingetje: mezelf.

 

Door constant ja te zeggen op verzoeken waarvan ik dacht dat ik er een ander een plezier mee deed, was ik op een aantal kruispunten in mijn leven niet de – voor mij – juiste kant opgegaan.

Zo was ik op een pad terechtgekomen waar ik zelf niet echt blij van werd.

De dag ná De Dag Dat Het Kind Mijn Gedachte Stal (grapje, van harte gegund natuurlijk), rondde ik de NLP-trainersopleiding af. Die volgde ik omdat ik dacht dat ik daar veel mensen blij mee zou maken. Toen ik met het certificaat in mijn handen stond en ineens besefte dat ik geen moment van de training had genoten, klikte er iets open.

Het klonk als het slot van een gevangenis.

Ik draaide me om naar een mede-cursist en zei: ‘Vanaf nu ga ik alleen nog doen wat ik zelf wil.’

 

BOEM! De hemel brak open en engelengezang schalde (bij wijze van spreken).

Toen ik thuiskwam stapte ik op mijn eigen pad. Een pad met tekenspullen, schrijfdagen en creatieve uitspattingen, waar ik mezelf stikgelukkig mee maakte en daarmee ook de mensen om mij heen. Zo werd Het Land van Alles geboren.

Wat had me nou zo van m’n padje gebracht?

De Schuldige was een boodschap die me al van jongs af aan al motiveerde, bij alle beslissingen die ik nam:

Doe de ander een plezier.

En ik ben niet de enige. Deze gedachte is een van de vijf drivers die ons allemáál voortdrijven.

Drivers zijn onbewuste boodschappen die je oppikt in je jeugd en ‘drivergedrag’ is dat gedrag waarmee waardering kreeg van je ouders of verzorgers. Ik noem ze hier de Moeters.

​Er zijn vijf soorten Moeters:

  • Doe je best.
  • Doe de ander een plezier.
  • Wees Sterk.
  • Wees Perfect.
  • Schiet op.

 

En ja lieve mensen, we hebben allemaal een voorkeursmoetje:

Een doejebester voelt zich pas ok als ze zich ergens 200% voor inzet. Maar van tevoren is ze vaak al zo moe van de gedachte aan alles waar ze zich ten uiterste voor moet inspannen, dat ze moeite heeft om dingen te beginnen en ze af te maken.

Een anderplezierder voelt zich pas ok als ze anderen blij kan maken. Ze staat altijd voor iedereen klaar, voelt heel goed wat anderen nodig hebben en vindt het niet zo makkelijk haar éigen kompas te vinden en te volgen.

Een weessterker voelt zich pas ok als ze haar gevoelens en behoeftes verbergt. Ze stelt zich niet snel kwetsbaar op, geeft haar grenzen niet goed aan en gaat vaak door tot ze erbij neervalt. Ze is ook heel kritisch naar zichzelf.

Een perfecteling voelt zich pas ok als ze alles precies goed doet. Helaas is het voor haar gevoel nooit perfect genoeg, dus blijft ze doorgaan tot ze moedeloos wordt en opgeeft.

Een schietopper voelt zich pas ok als ze het snel doet. Schietoppers hebben de neiging om vóór het ene af is aan het andere te beginnen en vergeten te vertragen om te genieten. Ze zijn altijd op weg naar het volgende doel of naar de volgende afspraak.

Gelukkig is er ook goed nieuws

 

Want er is een tegengif voor de Moeters: de Mogers.

Ik heb ze in onderstaande reiswijzer weergegeven als de gekleurde gedachtenballen uit Het Land van Alles.

Ben je benieuwd welke Moeter jou drijft?

Voel dan eens wat er met je gebeurt als je onder druk staat of heel moe bent. Welke gedachten heb je dan?

Of kijk eens naar de bovenstaande Mogers. Welke maakt jou het gelukkigst, geeft je de meeste ruimte of ontlokt je een zucht van verlichting?

Word je bewust van die dominante Moeter, die jou al die jaren stiekem aanstuurde. Kijk naar ‘m en zeg: lieve kleine Moeter, ik snap dat het belangrijk voor je is dat ik mijn ouders plezier, maar voortaan zal ik mijn gedrag en beslissingen meer laten bepalen door mijn volwassen Moger.

Maak er je beste vriend van. Trouw met ‘m. Laat er wc-papier van drukken. Tatoeëer ‘m op het voorhoofd van je partner. Of download ‘m hier als wallpaper voor je telefoon.

Of schrijf hem, net als de kinderen van Blij met mij!, gewoon op een gekleurd blaadje en hang ‘m ergens waar je ‘m elke dag ziet.

Is het niet belachelijk als iedereen dat zou doen?

Stel je eens voor wat er met een wereld gebeurt waarin mensen blijer worden, hun talenten gebruiken, vertragen en gelukkiger zijn met wie ze zijn.

Verspreid deze Reiswijzer dus maar weer. Want stemming is besmettelijk.

 

(​Tot slot nog een gedicht waar ik zelf heel zacht van word:)

​Ik gooi de ketenen af
Genoeg verstouwd en gedragen
en neem mijn eigen lot
maar O God,
mag ik je dan nu vragen
mij te leren
luisteren
naar een merel die zingt
kijken
naar de dag
die met een zonnestraal begint
en de liefde te voelen
die
onvoorwaardelijk bemint.

Marleen Boon-van der Weij

Ik wilde meteen weer hard wegrennen (Boekenmarktverhaal deel 1)

 

Ik rijd veel te laat met mijn auto de boekenmarkt op en zie dat bijna alle kramen al zijn ingericht. Achter de kraam aan mijn rechterkant zitten twee oudere mensen te lezen. Met een kopje thee voor hun neus.

Ik gooi mijn negen (!) dozen vol boeken op de kraamtafel en zeg overdreven joviaal: ‘Goeiemorgen, wat boffen we met het weer hè!’ (dat zie ik de extraverte mensen namelijk altijd doen).

‘Ja,’ zegt de kraamvrouw, zonder me aan te kijken.
De man kijkt ongemakkelijk de andere kant op.

Ik ook, en ik zie dat alle andere kramen keurige professionele uitstallingen hebben met – en hier slaat de paniek pas echt toe – sjieke kleden erop. Ik heb geen kleed bij me. Ik moet mijn boeken op de kale planken neerleggen.

Een felle neiging tot vluchten overspoelt me. Gedachten die door mijn hoofd razen zijn:

Wat doe ik hier als schrijvertje tussen die Belangrijke Uitgevers.
Iedereen ziet dat ik hier voor het eerst ben.
Ik ben niet goed voorbereid.
Ik hoor er niet bij.
Ik doe het niet goed.

In mijn wanhoop ga ik op zoek naar een toilet. Bij de Starbucks om de hoek hangt een bordje met ‘Wc afgesloten’ op de deur.

Die willen me ook al niet.

Ik loop om de markt heen en vind een toiletgebouw dat er voor de gelegenheid is neergezet.

Ik fris me op en als ik, tussen de volle boekenkramen door, terugloop naar de plek onheils, schijnt de zon op mijn bol en adem ik de jonge zondagochtendlucht in. Nieuwe moed borrelt omhoog.

Ik kom hier potverdikkeme mijn boek promoten.

Een boek waarin gedachten een belangrijke rol spelen. Grijze gedachtenballen en gekleurde gedachtenballen heten ze in Het Land van Alles: het hebben van grijze gedachtenballen geeft je een rotgevoel en het hebben van gekleurde gedachtenballen geeft je juist een boost.

Ik besluit wat gekleurde ballen in m’n broek te doen.

Ik ben de schrijfster van een geweldig boek.
Ik ben hartstikke leuk.
Het wordt een topdag.

Ik duik mijn lichtbeige omslagdoek op uit mijn tas, drapeer hem op de houten planken en leg er mooie stapels leesvoer op. Ik zet het marketingmateriaal erbij dat ik van mijn uitgever (één van mijn grootste Steunzolen), kreeg. Ik schenk een bakkie koffie uit mijn thermoskan en nestel me op mijn klapstoel.

Alsof ze de ballen in mijn broek voelt, draait de stille kraamvrouw zich naar me toe.

‘Wat een prachtig boek heb je,’ zegt ze zacht. ‘Mag ik het inzien?’

Ik leg een boek in haar handen en na drie keer bladeren en vier keer over de kaft aaien zegt ze: ‘Dit is precies wat ik zoek voor mijn kleinzoon.’
Mijn eerste exemplaar verkoop ik dus al voordat de markt opent. Het wordt een topdag.

Even later manoeuvreert een omvangrijke man zijn boodschappenkarretje achter me langs. Hij draagt een grote flaphoed op zijn witte haren, en zijn baard komt tot halverwege zijn adamsappel.

“Hallooooo , jij bent vast mijn buurvroooouw!” zingt hij.

Ik realiseer me dat ik oog in oog sta met een hoofdpersoon uit mijn boek: Theo Bombarie.

Wordt vervolgd.

(Nieuwsgierig naar mijn boek? Nog op zoek naar een mooi Sint- of Kerstcadeau? Lees hier informatie en reviews over Het Land van Alles)