TIJD

Het wordt een drukke dag.

Morgen verhuis ik terug naar Italië, en de auto moet nog naar de garage, ik moet de boodschappen voor Rome nog doen, ik moet koffers pakken, ik moet het appartement helemaal schoonmaken en ik moet nog veel meer van die moet-dingen doen.

Als ik de auto heb afgeleverd, vroeg in de ochtend, loop ik de stad in. Eigenlijk moet ik meteen naar huis, want de klusjes wachten. Maar de zon schijnt en alles is rustig en de plantsoenen zijn gifgroen met felgekleurde bloemenspikkels.

Er staat een raam op een kier met een krijtbord ervoor: cappucino to go. Ik koop een grote beker en loop met m’n warme koffie rustig langs de Schie, tot aan de Oostpoortbrug. Ik zet mijn koffie naast me op een bankje, pak m’n schetsboek en tekenpennetje en ben een uur lang in een andere wereld.

Als ik mijn tijd nooit neem, heb ik nooit tijd.